De zerk van Rintie van Aytta en diens vrouw Ydt van Mershorne ligt nu op het kerkhof oostelijk van de kerk.
In 1571/1572 laat Viglius uit zijn Friese bezittingen 100 gulden uitkeren aan Janeke Rommers weduwe van wylen Rintie Aytta. In dezelfde periode levert Cummer Villems voor 20 gg. een grote blauwe grafsteen op Rintie graf te Mitselwier zonder tekst en initialen vanwege de aanwezigheid van de Watergeuzen.

De steen is gemaakt van Belgische hardsteen. De afmetingen zijn 231 x 128 cm. Blijkens de notitie uit de Genealogia Ayttana is de zerk geplaatst rond 1571 en is de tekst eerst later aangebracht. Volgens kunsthistorica Elleke Makkes van der Deijl-Stam doet het ontwerp sterk denken aan werk van steenhouwer Jacob Louws. Het oudste werk van deze Jacob Louws dateert van rond 1595. Dit zou betekenen dat tekst en ornamenten pas ruim twintig jaar later zijn uitgekapt. De steen is sterk afgesleten waardoor de tekst nog maar deels leesbaar is. De oorspronkelijk op deze plaats staande middeleeuwse kerk werd in 1776 vervangen door de huidige kerk. Zeer waarschijnlijk hebben de oude grafzerken oorspronkelijk in de kerk gelegen en zijn ze bij de nieuwbouw naar het kerkhof verplaatst.
Wie waren Rintie van Aytta en Ydt van Mershorne?
Rintie van Aytta (1509-1570) was de derde zoon van Folckert van Aytta, boer te Swichum en Ydt Wigles van Hania. Hij was de jongere broer van de beroemde staatsman Viglius van Aytta (1507-1577), raadsheer van Karel V en Philips II te Brussel. Rintie van Aytta was van 1552 tot zijn dood grietman van Oost Dongeradeel. Ydt van Mershorne (1511-1563) was een dochter van Tiaerdt Hettema en moeder Van Mershorne, afkomstig uit Poppingawier.
Rintje Folckert van Aytta was geboren op 3 juli 1509 te Zwichum en overleden op 15 april 1570 te Mitselwier.