Paesens-Moddergat- Dit ‘duo-dorp’ aan de Friese zeedijk is vooral bekend door het visserijmuseum ‘t Fiskershúske met haar in oude stijl teruggebrachte 18e eeuwse vissershuisjes, waarin zowel permanente als wisselende exposities te zien zijn. In augustus 2000 kreeg dit kleine, maar zeer aan te bevelen museum, het officiële keurmerk ‘geregistreerd museum’.
Historie
Paesens is de oudste nederzetting. Moddergat/De Kamp is van jongere datum en Moddergat/De Oere, in de Franse tijd ontstaan, vormt de laatste aanwinst. Nader onderzoek naar de herkomst van de naam Paesens wees uit dat deze naam een verbastering moet zijn van het oorspronkelijke ‘Pagingi’, oftewel modder, aarde of moeras. Niet vreemd voor grond gelegen nabij de monding van een riviertje. De herkomst van de naam Moddergat laat zich hiermee ook gemakkelijk verklaren.
In het voormalige vissersdorp Paesens-Moddergat zijn nog steeds de resten te zien van een riviertje dat hier in vroeger jaren in zee uitmondde. Toen omstreeks 1000 na Christus met de bedijking van het land werd begonnen, bleef de verbinding met de Waddenzee door middel van een kleine sluis gehandhaafd. Toen het sluisje in 1449 was dichtgeslibd, kwam er een definitief einde aan deze toegang naar open zee.
De ramp van 1883
Een van de zwaarste slagen die het dorp getroffen heeft, was het omkomen van 83 vissers tijdens een zware storm op 6 maart 1883. In vrijwel elk huishouden vielen één of meerdere slachtoffers te betreuren en eigenlijk is het oude vissersdorp deze tragedie nooit geheel te boven gekomen. Pas in 1958 werd ter herinnering aan deze droeve gebeurtenis op de dijk een monument opgericht: een zuil geschraagd door vier keien van rood Beiers graniet. Er omheen staan platen met de namen van de omgekomen visserlui en de registratienummers van de schepen waarop zij voeren. Aan de voorzijde van het monument bevindt zich een hardstenen plaat met een veelzeggend gedicht: “Als de dood het schip bereikt dan is er geen ontkomen. O water, o wisselvallig element de zee heeft gegeven, heeft genomen”.