Holwert, Stasjonswei 5-7

Holwert, Stasjonswei 5-7

1477

1477

Geschiedenis pastorie:
De pastorie is gebouwd omstreeks 1890 en is sinds deze tijd eigendom van de doopsgezinde gemeente te Holwert.

In de jaren ’60 stond er nog een vierde beukenboom voor de pastorie en kerk. Deze ontnam de woning veel licht. Dit bracht de doopsgezinde ds. B.K. Homan op het idee om samen met de gereformeerde ds. Ten Kate de boom te snoeien. Dit snoeien liep echter uit de hand, met als resultaat dat de boom moest worden gekapt. Het heeft toentertijd voor veel hilariteit gezorgd.

De Doopsgezinde kerk is in 1850 gebouwd, volgens een jaartal in de gevel en een stichtingssteen.

Geschiedenis kerk:
De Doperse gemeente zou in de 16e eeuw te Holwert gesticht zijn; in 1563-65 doopte Leenerd Bouwens te Holwert. Verschillende richtingen van Doperse gemeenten verenigden zich in 1731.

In het gebouw waarin men tot 1850 bijeen kwam zou een gebrandschilderd raam gestaan hebben met een stichtingsdatum 1692, afkomstig van een ouder kerkgebouw. Dit kerkgebouw, Keningsstrjitte 6, is ook opgenomen in deze route.

In 1850 werd een onderdeel van de oude preekstoel meegenomen naar het nieuwe gebouw; het is gemerkt ‘a.h.’ en ‘r.k.’ aan weerszijden van een passer. De gemeente was in de 18e eeuw gecombineerd met Blija en Ternaard-Vischbuurt. In 1850 scheidde Ternaard-Vischbuurt zich af als zelfstandige gemeente en bouwde men te Holwert een nieuwe kerk. Over de bouwmeester van de tegenwoordige kerk worden geen gegevens vermeld; in 1868 vroeg men advies aan de Leeuwarder stadsarchitect Th. Romein, die aanraadde de gevel te pleisteren. Het gebouw is dus aanvankelijk in baksteen ontworpen, mogelijk door G.P. Keuning, die de Doopsgezinde kerk van Ternaard ontworpen zou hebben en ook architect was van de Hervormde kerk van Hiaure.

Beschrijving:
De kerk bestaat uit een brede zaal met aan de straatzijde een voorbouw met verdieping en pannen-gedekt dak. De zaal heeft uitwendig niet-gepleisterde muren van donkerrode baksteen. De voorbouw is glad gepleisterd en afgesloten door een zware kroonlijst. Een ondiep middenrisaliet (vooruitspringende gevelpartij die over de gehele hoogte doorloopt), dat door een fronton (bekroning van een gevel in driehoeksvorm) bekroont wordt, bevat de ingang. Die wordt geflankeerd door ionische zuilen die een architraaf (onderste dragende balk) en fronton dragen.

Op de verdieping is een groot rondbogig gesloten venster met glasroedenverdeling, die tot 1972 bovenaan een cirkel vormde. De zijvensters zijn beneden en boven door glasroeden in gotiserende vormen ingedeeld. Onder de dorpels terracotta consoles. Op de hoeken van het dak twee grote windvanen.

Een stichtingssteen vermeldt: ‘Aan deze kerk zijn/op den 15 juni 1850/de eerste stenen gelegd door Hessel Jans/Hesseling en Jan Gerlofs/Jensma’.

Als toegang een bijpassend smeedijzeren hek.

Inwendig:
Het inwendige is door een laag houten gewelf overkapt. In de dammen tussen de halfrond gesloten vensters en in de middenas van het gebouw achter de preekstoel zijn pilasterparen opgesteld met gestucte bladkapitelen. De driezijdige gesloten laatste travee was tot ongeveer 1970 van de overige ruimte gescheiden door een doophek met gietijzeren vulling in de panelen. De preekstoelkuip is eveneens met gietijzeren ornamenten versierd. Het orgel is gebouwd in 1906 door de firma Bakker en Timmenga uit Leeuwarden.

Voer hier de code in die op het bordje staat en je krijgt hier meer informatie over.

1 2 3
4 5 6
7 8 9
C 0 <