Aanleg veerstoep 1949- 1950.
Hoewel het opscheepshoofd een grote vooruitgang was vergeleken met de periode daarvoor, waarbij men middels kleine bootjes naar de wal moest zien te komen en omgekeerd, was er toch een grote wens het nog weer anders te gaan doen. Het gesleep van vracht naar de andere kant van de zeedijk naar de openbare weg was tenslotte erg arbeidsintensief.
Met de aanleg van de veerdam en de aansluitende weg konden vrachtwagens rechtstreeks hun vracht lossen en laden op de schepen. Ook autobussen met vele toeristen naar Schiermonnikoog konden bij de veerboot parkeren. Ook was het mogelijk om auto’s op de veerboot zelf te plaatsen.
Schiermonnikoog was al veel langer een geliefd oord voor vakantiegangers en vanaf het vasteland was De Skâns-Oostmahorn eigenlijk het vertrekpunt van al deze toeristen.
In 1953 kwam men door de overstroming in Zeeland tot het besef dat er een Deltaplan moest komen. Waterwerken die er ook voor zouden zorgen dat de Lauwerszee door afsluiting van de zee in het Lauwersmeer veranderde. Lauwersoog nam toen deze positie als verbindingshaven met Schiermonnikoog over van De Skâns-Oostmahorn. Een langdurige economische terugval voor De Skâns-Oostmahorn volgde na deze verandering.