Dit is ooit het huis van een zeeman/schipper geweest en kreeg daardoor als bijnaam: het kapiteinshuis. Het huis was niet opgedeeld in twee delen zoals nu. Het had een centrale voordeur en een achterdeur. Het was lang en smal.

Deze woning heeft ook een tijd dienst gedaan als café. Het pand bestond uit één laag, de zolder werd alleen gebruikt voor opslag. Achter het huis was een klein weilandje. In de Haven 2 was er eigenlijk alleen een grote woonkamer met aan de achterkant een bedstedenwand voor twee bedsteden. Onder de bedstee was een ‘aardappelkelder’. Het luik hier naar toe bestaat nog steeds. Die kelder had een klein raampje waardoorheen de aardappels en ander goed rechtstreeks van buiten naar binnen konden worden gebracht.

Voor de bouw zijn oude balken gebruikt voor het plafond van de eerste verdieping. Allemaal verschillende balken: hele dikke, zoals uit een boerenschuur, als ook ronde juffers, alles door elkaar. Dat zal door armoede ingegeven zijn. Je werkte met wat je kon krijgen. De dakgoot heeft nog oude steunen. Die zie je niet veel meer.

In het begin van de vorige eeuw hebben in deze woning twee zusters gewoond. Zij hebben het huis opgedeeld in twee stukken. Een nieuwe muur binnen scheidt de woning op een vreemde manier. De voordeur en wat er recht achter lag kwam bij Haven 2 te horen. Dezelfde breedte boven de deur, dus op de zolder, en ook recht naar achter, hoorde bij de buren (Omgong 6).