Moddergat, Seewei 46

Moddergat, Seewei 46

6122

6122

Bouwjaar: 1894

Toen:
Gereformeerde school en onderwijzerswoning

Nu:
Particulier woonhuis. De school is in gebruik als stalling voor paarden en landbouwwerktuigen.

Bijzonderheden:
In 1880 werd vergaderd over de mogelijkheid tot de oprichting van een gereformeerde school. Om dit te kunnen bekostigen werd de ‘Hulpvereniging voor Christelijk Schoolonderwijs’ opgericht. In 1894 is totaal 4.030,00 gulden ingezameld en wordt gestart met de bouw op een gratis ter beschikking gesteld stuk grond. Op 2 januari 1895 wordt de school geopend. Door de fusie met de Hervormde school en nieuwbouw is de school in 1960 gesloten.

Geen subsidies van gemeente of rijk en toch een nieuwe school stichten. Hoe kan dat? Dit kon in Peazens-Moddergat. Nu werden er voor de gelijkstelling van Openbaar en Bijzonder onderwijs wel scholen gesticht maar er zullen niet veel plaatsen geweest zijn, waar enige jaren voor het tot stand komen van een geheel nieuwe school een verschrikkelijke ramp onder de vissersvloot plaats vond, waardoor het in vele gezinnen armoede troef was. De vader als kostwinner was niet meer en de vele weduwen moesten veelal van de ‘bedeling’ zoals men dat vroeger noemde, leven.
In Peazens en Moddergat voelde men steeds meer behoefte om de kinderen Christelijk Onderwijs te laten geven. In de jaren rond 1880 was het moeilijk om dit te realiseren. Zowel in Peazens als in Moddergat was een Openbare Lagere School, maar er kwam steeds meer drang om een school te stichten die van de ouders was en waar de kinderen zouden kunnen worden onderwezen overeenkomstig de beginselen die in de Christelijke gezinnen voorop stonden. In één der verslagen stond geschreven: ‘De ogen gingen er voor open dat de Staat niet moet zeggen: de kinderen des volks zijn van mij en daarom moet ik ze onderwijzen’. Men werd er zich van bewust dat de roeping der ouders was en de verantwoordelijkheid bij hen lag het onderwijs voor hun kinderen te verzorgen. Wat is er een strijd gestreden om de gelijkheid van Openbaar en Bijzonder Onderwijs en wat zijn er financiële offers gebracht. Met volle overtuiging werden door Peazens-Moddergat de eerste stappen gezet. In maart 1880 werd een eerste vergadering gehouden in de schuur van F. van Kuiken (Seewei 9). Deze vergadering leidde tot de oprichting van een hulpvereniging voor Christelijk Onderwijs, de contributie werd gesteld op 5 gulden per lid. Dit alles ontstond mede door de actie en meewerking van de Hervormde predikanten van Eanjum. Van schoolbouw was voorlopig geen sprake. Wel was er de Zondagsschool; voor dit onderwijs zorgde de ring van Jongelingsverenigingen in Oost Dongeradeel. Dit onderwijs werd verzorgd door P. Zwart en D. Heeringa te Nijkerk en T. Brouwer en D. Jansma te Eanjum, later overgenomen door de jongelingsvereniging van Peazens. De al eerdere Grondwet van 1848 verklaarde het geven van onderwijs vrij, maar waarborgde nog geen volledige vrijheid voor het stichten van bijzondere scholen.
De Schoolwet Van der Brugghen ging even verder. Hierin werd ook volledige vrijheid voor het bijzonder onderwijs gegeven, maar niet voor subsidiëring hiervan. De anti-revolutionairen en ook de Rooms-Katholieken begonnen sterk te ijveren voor subsidiëring, terwijl de liberalen zich hiertegen sterk verzetten. De wet Makay voerde in 1889 de volledige rechtsgelijkheid voor beide soorten onderwijs, wat voor de bijzondere scholen recht op, jammer genoeg, een kleine subsidie inhield. De Grondwetsherziening van 1917 bracht de volledige gelijkstelling van het lager onderwijs voor financiën van Rijk en Gemeente. Door de wet De Visser, werd deze wet in 1920 definitief geregeld. Wij hebben dit maar even op een rij gezet om te laten zien wat een lange weg dit zou worden. In 1890 hadden Peazens en Moddergat er niet veel aan, wat de Schoolwet 1920 (De Visser) zou bieden. In die tijd had Oosternijkerk reeds een Christelijke School en vanuit Peazens en Moddergat bezochten een 25-tal kinderen die school. Deze school werd te klein en moest worden uitgebreid of er moest een nieuwe school komen. Naar billijkheid zou door Peazens-Moddergat bijgedragen moeten worden, omdat ook daar kinderen vandaan kwamen. Er waren eerst zelfs plannen om een brug over ‘De Peazens’ te plaatsen, halverwege Peazens-Oosternijkerk en daar een nieuwe school te bouwen. Hierdoor zouden ook de kinderen uit Nes de school makkelijk kunnen bereiken. Na veel vergaderen was het Ds. H. Dethmers, die in 1890 in Peazens-Moddergat was gekomen, om zelf de zaak aan te pakken. Allereerst was het nodig een suppletiefonds te stichten. Dit lukte door een inschrijving van 19 broeders op een vergadering, van f 288,50 per jaar + de opbrengst van de jaarlijkse Unie-collecte, alsook de inhoud van de catechisatiebus. Totaal f 500,00 waardoor bij arme gezinnen uitkomst gebracht kon worden voor betaling van het schoolgeld. Sinds jaren was de opbrengst van de Unie-collecte gespaard en zo was er daardoor reeds f 2.000,00. Na weer een vergadering werd door 13 personen ingetekend voor f 2.030,00. Met veel dankbaarheid werd van de familie G. v.d. Woudt de bouwgrond geheel gratis ontvangen. Er ontbrak nu nog f 4.000,00. En toen waren het Ds. Dethmers zelf, A. Tamsma en F. Adema die overal heen reisden, geheel Friesland door om bij voorstanders van Christelijk Onderwijs financiële steun te vragen. Men kreeg veel medewerking en men kreeg de f 4.000,00 bij elkaar en zo kon 3 augustus 1894 met de bouw van de school met een onderwijzerswoning worden begonnen. De school kostte f 5.700,00 en men hield nog iets over voor schoonmaken en leermiddelen: f 57,00. De voorlopige hulpvereniging was intussen veranderd in een Schoolvereniging op Gereformeerde grondslag. De eerste bestuursleden waren Y. Elzinga, voorzitter, P. Dijkstra en A. Tamsma, secretaris, G. v.d. Woudt, penningmeester, W. Elzinga, W. Adema en J.B. Meinsma. Het schoolgeld werd vastgesteld op f 12,50 per jaar per leerling.

In de herfst (het was steeds goed weer) werd de school gebouwd onder architectuur van de heer Booyinga. Op 2 januari 1895 vond de opening plaats en wat even belangrijk was, ook nog vrijwel zonder schuld. De officiële opening werd verricht door Dr. J. Hania van Oosterbierum, Gereformeerd predikant. Hij sprak in zijn openingsrede naar aanleiding van Exodus 10:8-11. In de avondbijeenkomst werd als eerste hoofd van de school geïnstalleerd door meester Roorda van Nijkerk, de heer J. Ronner uit Bedum.
Begonnen werd met 85 leerlingen. In mei waren er reeds 110 leerlingen. In 1897 had de school meerdere leerkrachten, naast de heer Ronner waren dat mevrouw Dijkstra en onderwijzer C. van Vliet. Het suppletiefonds steunde de behoeftige gezinnen bij de betaling van het schoolgeld.

Schoolschoonmaakster was in 1895 weduwe Schregardus; zij verdiende hiermee f 12,50 per jaar.

Het bestuur heeft veel moeten reizen om leerkrachten te krijgen. Het was vaak zeer moeilijk om hulponderwijzers te krijgen. Het bestuur trok eens, om een leerkracht-sollicitant te bezoeken, naar Vollenhove. Dat moest met de trein naar Meppel en dan drie uur lopend naar Vollenhove en vice versa. Het gebeurde eens dat een onderwijzeres werd benoemd met een salaris van f 525,00 per jaar. Zij vroeg echter f 550,00 en dan moest het bestuur ook nog zorgen voor ledikant en matras. Na bespreking kwam de juf toch, ze zou zelf voor een ledikant zorgen en het bestuur voor de matras. Meester Ronner had het niet altijd makkelijk. Hij stond soms alleen voor 100 kinderen. Omliggende dorpsscholen sprongen dan wel eens bij. In 1902 telde de school al 143 leerlingen. Meester Ronner bleef tot 1904. Van 1904 tot 1924 fungeerde als Hoofd der School de heer L.J. Jaarsma, die wegens ziekte moest stoppen. In zijn plaats kwam de heer J.W. Iestra. Na deze kwam de man die in Peazens-Moddergat een was met de inwoners van beide dorpen, namelijk de heer D. Zwart. Hij werd benoemd op 1 juli 1929. In die tijd was het een driemansschool met 100 leerlingen.

Jaren later werd er gesproken over een fusie tussen de Hervormde en Gereformeerde School. Er waren vaak meningen die botsten en het duurde lang voordat de verschillen bijgelegd waren, maar het lukte uiteindelijk. Na veel besprekingen werd de fusie tussen beide scholen in 1960 een feit. Hoofd van deze Christelijke Nationale School werd meester D. Zwart. De heer C. Waardenburg, hoofd van de Hervormde School, ging in 1961 met invaliditeitspensioen. De nieuwe school startte met 92 leerlingen. Toen meester Zwart op 1 september 1968 65 jaar werd en verdiend en eervol met pensioen ging, werd hij opgevolgd door de heer H. Gjaltema, afkomstig uit Emmen. Hij kon zijn werk beginnen in een, naar de eisen van die tijd, nieuw schoolgebouw, dat in maart 1965 gebouwd werd.

Voer hier de code in die op het bordje staat en je krijgt hier meer informatie over.

1 2 3
4 5 6
7 8 9
C 0 <