Bouwjaar: 1731
Toen:
Dubbele visserswoning; in de Franse tijd (1810-1813) bezet door Franse soldaten en gebruikt als douanehuis.
Nu:
Vakantiewoning
Bijzonderheden:
In de Franse tijd kreeg men ook hier, in de verste uithoek van Friesland, inkwartiering van Franse soldaten, vooral douaniers. En dat waren geen gemakkelijke jongens. Aan de grenzen van het grote Franse rijk, moesten zij er voor zorgen dat er niet gesmokkeld werd. Daarvoor hadden ze een uitstekend plekje uitgezocht. In een dorp zo dicht bij zee en met een dergelijk weids uitzicht, kon hen niet veel ontgaan.
De Fransen stalden hun paarden in wat “De Barak” genoemd werd, een onderkomen vlakbij De Wiel. De vissers van Moddergat en Wierum hebben er waarschijnlijk met gemengde gevoelens tegenaan gekeken. De douaniers en soldaten waren uiteindelijk bezetters, maar aan de andere kant werd er ook aan hen verdiend. Op 11 juni 1811 bijvoorbeeld werden er met vissersboten van de Wierumer en Paesumer vloot honderd man naar Ameland en nog eens honderd naar de vloot bij Harlingen gebracht. Er zou 2.268 francs tegenover staan. De Fransen waren kennelijk niet snel met de beurs, want in 1817 (zes jaar later!) schreven 26 vissers aan de Prefect van de Franse Liquidatie in Parijs dat ze nu eindelijk het geld wel eens wilden zien.